Het in Japan bedachte en ontwikkelde VHS-systeem is een analoog videoband standaard, de initialen VHS staan voor (Video Home System), het bedrijf JVC was het eerst om eraan te werken. In de begin jaren ’70 raakten meerdere bedrijven met elkaar in de slag voor het maken van een videosysteem dat massaal omarmt zou gaan worden door de eindgebruiker. Dit om in te spelen op de steeds groter wordende behoefte van mensen om bepaalde TV-uitzendingen die ze niet konden zien, of nog een keer wilden zien op te kunnen nemen. Er kwam een ware wedloop tussen de bedrijven tot stand, met als gevolg dat er twee systemen waren die uiteindelijk het meeste aandacht kregen, VHS en Betamax. Uiteindelijk heeft VHS deze oorlog gewonnen en is het dit formaat geweest dat het hele banden tijdperk heeft doorleeft. Filmmaatschappijen zijn in 2006 gestopt om hun films uit te brengen op VHS, de DVD had de plaats van de videobanden ingenomen.
Technische details van band en recorder
De VHS behuizing afmetingen zijn (187mm x 103mm x 25mm), de plastic kappen zijn in elkaar gedraaid met 5 kruiskop schroeven. Aan de bovenkant zit een klep die als doel heeft de band te beschermen, de klept werkt op een veermechanisme. Zodra de band in de videorecorder gaat worden deze klep automatisch omhoog geschoven. Verder zit er een anti-spoel mechanisme in de binnenkant van de band, deze moet ervoor zorgen dat de band start en stopt op het juiste moment, en niet meer band geeft dan om gevraagd door het systeem. Aan het begin en aan het eind van de band zit een stuk transparant stuk band, dit zorgt ervoor dat het videosysteem weet dat hij aan het begin of eind van de band is gekomen, en dan dus moet stoppen met het afspelen of spoelen van de band. NTSC banden worden afgespeeld op een snelheid van 3.335 cm/s en onze Europese PAL banden met een snelheid van 2.339 cm/s.
VHS M-laad systeem
Net zoals met bijna alle videocassette systemen, trekt de VHS-videorecorder bij het inladen van de cassette de band eruit en plaatst deze tegen de koppen-trommel, deze trommel draait met een snelheid van 1800 rpm in een NTSC machine en met 1500 rpm in het PAL systeem. In tegenstelling tot de concurrerende systemen Betamax en U-matic maakt VHS gebruik van het M-laad systeem, dit systeem trekt de tape eruit en wikkelt deze meer dan 180 graden om de koppen-trommel.
Tracking (beeldaanpassingen)
Aan de onderkant van de band zitten signalen die van elk frame op de videoband het begin aangeven, deze signalen worden gebruikt voor het correct afstellen van de band tijdens het afspelen. Via deze signalen wordt de band op exact de juiste manier tegen de koppen-trommel gespannen. Een geavanceerd tracking systeem zorgt voor exact de juiste afstand tussen de koppen-trommel en de audio en beeldsporen op de band. Vaak zie je het videosysteem aan het begin even zoeken naar de juiste afstelling alvorens de beelden en geluiden door te geven.
Opname capaciteit
Op grootste VHS-banden zit maximaal 430 meter band, dit geeft op een NTSC DF480 4 uur aan opname capaciteit en op een PAL E-300 in ‘standard play’ (SP) 5 uur opname mogelijkheid. Er zijn ook nog andere opname mogelijkheden, namelijk ‘long play’ (LP) en ‘extended play’ (EP). Door deze instellingen kon je wel 2 tot 3 maal zoveel opnemen, echter ging dit wel ten kosten van de kwaliteit van het beeld en geluid.
Overzicht banden en opname capaciteit
Label | Band lengte | Minuten in SP | Minuten in LP |
---|---|---|---|
T-60 | 125 meter | 84 minuten | 168 minuten |
T-90 | 185 meter | 126 minuten | 252 minuten |
T-120 | 247 meter | 169 minuten | 338 minuten |
T-160 | 327 meter | 225 minuten | 450 minuten |
T-180 | 368 meter | 253 minuten | 507 minuten |
DF480 | 495 meter | 340 minuten | 680 minuten |
E-120 | 173 meter | 120 minuten | 240 minuten |
E-180 | 259 meter | 180 minuten | 360 minuten |
E-240 | 348 meter | 240 minuten | 480 minuten |
E-300 | 435 meter | 300 minuten | 600 minuten |
Audio mogelijkheden
Op een normale VHS-band zit het audiospoor aan de bovenkant van de band, eigenlijk het zelfde als bij een audio cassetteband, de frequentie van uitzenden is afhankelijk van de manier van opname, SP of LP. In bijna alle gevallen zat het signaal of 100 Hz tot 10 kHz. Het audio-signaal kon niet worden genomen zonder een beeldsignaal. In 1984 kwam de mogelijkheid om in stereo op te nemen en af te spelen op de banden, dit was een aanzienlijke verbetering. De kwaliteit van dit geluid is te vergelijken met het geluid op een audio CD.